Dag 22 Helena (Canada) t/m dag 30 Deadhorse Alaska - Reisverslag uit Deadhorse, Verenigde Staten van Bas Baaten - WaarBenJij.nu Dag 22 Helena (Canada) t/m dag 30 Deadhorse Alaska - Reisverslag uit Deadhorse, Verenigde Staten van Bas Baaten - WaarBenJij.nu

Dag 22 Helena (Canada) t/m dag 30 Deadhorse Alaska

Door: Bas Baaten

Blijf op de hoogte en volg Bas

19 Juni 2018 | Verenigde Staten, Deadhorse



Dag 22. 20/06/17. Lethbridge - Calgary. 227km

Omdat ik gister zoveel kilometers heb gemaakt en vandaag maar een relatief rustig dagje heb besluit ik dat ik mag uitslapen. In plaats van 8 uur staat de wekker om 10 uur. Door de warmte en de zon sta ik alsnog om half 10 op. Ik pak mijn spullen en rij richting Calgary. Onderweg kom ik nog langs de skischans van de olympische spelen. Rond 2 uur kom ik bij het 'hotel' aan, maar zit midden in een chique woonwijk en sta bij een groot huis. Hier moet het toch zijn. Twijfelend bel ik aan en een Chinees vrouwtje doet open. Blijkbaar zit ik toch goed, ze woont hier zelf maar verhuurt 5 kamers. Eindelijk na 6 dagen kan ik me douchen, maar wat blijkt: de douchekop is kapot. Dan maar in bad en m'n haren wassen onder het kraantje. Ondanks dat het allemaal heel onhandig is in het kleine bad, is het heerlijk om weer schoon te zijn! Mooi om te zien hoe de meest vanzelfsprekende dingen op reis het aller fijnste zijn. Contact met thuis (WiFi die werkt), een lekker bed, een douche en een beetje fatsoenlijk eten kunnen me hier zo blij maken! Begin van de avond ga ik een pizza eten bij een soort van Domino's iets verderop. Na het eten haal ik een ijsje bij de supermarkt en wil ik een biertje halen, maar krijg het niet gevonden. Als ik erom vraag blijken ze het niet te verkopen, maar hebben ze tegenover de winkel een aparte slijterij. Daar koop ik, jawel een Bavaria en ga weer richting het 'hotel'. Ik werk mijn reisverslag bij, werk nog aan een filmpje en laad mijn spullen op. Dan is het tijd om te slapen in het lekkere bedje.


Dag 23 21/06/17. Calgary - William A. Switzer Provincial Park 550km

Ik werd s'ochtends goed wakker, want ik had lekker geslapen en er was nog pizza over van gister. Het enige minpunt was dat ik nog wat berichten wilden versturen en het internet werkte niet meer. Ik ging richting Banff national park. Onderweg ben ik bij verschillende plekken gestopt voor WiFi maar nergens deed hij het of wilde ze me de code niet geven. Toen ik op de 5e plek eindelijk iemand vond die me her wachtwoord wilde geven, dacht ik dan koop ik even een red bull en kan even rustig wat drinken en de berichtjes sturen. Maar hij wilde niet verbinden. Ik reed weer verder en deed de redbull onaangesproken in m'n jaszak, ik dacht die pak ik als ik internet heb. Kom ik even later bij een informatiecentrum, redbull weg. Is die er waarschijnlijk tijdens het rijden uitgevallen. Gelukkig deed hier eindelijk de WiFi en kon ik wat van me laten horen. Toen ik weer verder wilde rijden viel m'n oordopje (tegen de herrie tijdens het rijden) ergens tussen de motor. Ergens moest hij tussen liggen, tussen de cilinders of waar dan ook. Ik heb 20 minuten gezocht want moet hem hebben. Niet dus. Toen de motor gestart en nog een paar keer flink geschut, en daar viel die op de grond gelukkig. Het was inmiddels al veel later dan gepland toen ik in Banff national park aankwam. Gelukkig zijn alle Canadese nationale parken dit jaar gratis entree, omdat Canada dit jaar 150 jaar bestaat. In Yellowstone kon je in het park op heel veel plekken stoppen, Banff en Jasper national park is vooral een park waar je doorheen rijdt. Toen ik bijna Banff uitreed stopte ik bij het bekende Lake Louise. Een felblauw meer midden tussen de bergen. Net als 300 anderen maakte ik er wat foto's van het mooie uitzicht. Ook kun je er een kano huren en over het meer peddelen, maar dat bewaar ik voor een keer samen met Lisa. Ik ging weer door en reed Jasper national park in. Wat me opviel trouwens was dat alle meren hier zo blauw zijn! Ondertussen begon het onderweg nog te sneeuwen en was het koud. Plots stopten er allemaal auto's voor me, er zal wel weer een hert langs de weg staan dacht ik nog. Ik sloot aan achter een stuk of 10 auto's en keek in de verte of ik iets zag, niets. Tot ik ineens langs me keek en op 10 meter afstand een bruine beer zag! Eigenlijk geldt een minimale afstand van 100meter voor beren, ik zat dus niet echt safe. Zo snel als ik kon pakte ik m'n telefoon om hem te filmen. Ondertussen stond ik ook in de starthouding om vol gas weg te kunnen rijden. Na 3 seconden filmen heb ik maar het zekere voor het onzekere genomen en ben door gereden. Zoals iedere dag wil ik halverwege de middag (in Nederland eind van de avond) even een berichtje sturen naar Lisa hoe de dag zover is en om te horen hoe haar dag was. Ik heb zo'n 300km gereden en nergens WiFi. Een ander probleem, ik heb al 200km gereden met de tank en moet nog 150 tot ik weer kan tanken. Ik dacht eigenlijk dat 300km met een tank wel de max was, maar 350? De laatste 50km is het best spannend, maar ik haal het zonder problemen tot het stadje Jasper. Als ik vraag bij een tankstation of ze hier ergens WiFi hebben, zegt hij: Alleen bij de pizzeria iets verderop. Kijk, dat is nog eens mooi! Ik bestel een heerlijke pizza en stuur Lisa een berichtje, hoewel het in Nederland al midden in de nacht was intussen. In de pizzeria zie ik dat er bij een hotel iets verderop een goedkope kamer is. Als ik daar een uur later aankom blijkt hij vol te zitten, had ik toch maar meteen geboekt. Ik probeer het nog bij een paar andere hotels maar alles is boven de 80 euro per kamer, veel te duur! Iets verderop zie ik een Walmart, komt goed uit want ik moest nog boodschappen doen. Als ik binnen kom blijken ze alleen kleding enzo te verkopen, geen levensmiddelen. Dan maar weer een stuk verder rijden naar een supermarkt verderop. Eindelijk is het tijd om een camping te zoeken, het is ondertussen al half 9. Als ik 10 minuten het stadje uit ben, staat er: next services 210km. Dat haal ik niet met m'n tank. Waarom zetten ze dat pas neer buiten de stad? Ik wéér terug om te tanken, en weer dezelfde kant terug richting de camping. Na 20 minuten staat er bij een afslag camping 4km. Na 4km over een zandpad kom ik dan eindelijk bij de camping. Staat er een bordje, alleen reserveringen. NEEE! Alles zat al bijna tegen en het is bijna half 10, ik wil slapen. Ik twijfel om toch m'n tent op te zetten maar ga toch nog maar even door. 20 minuten later vind ik dan eindelijk een camping. Ik zet m'n tent snel op en ga slapen.



Dag 24. 22/06/17. William A. Switzer Provincial Park - Fort st John 507km

Ofja slapen, het was zo koud s'nachts dat ik geen oog dicht heb gedaan. Ik had een thermopak aan, sokken, een extra T-shirt en een dik gebreid vest. Dat allemaal in een slaapzak, maar in de bergen koelt het soms af tot tegen het vriespunt. Ik ging weer op pad. Tijdens de rit zag ik in de verte iets de weg over steken. Toen ik dichterbij kwam zag ik dat een wolf de weg over stak! Even later zag ik er nog een aan de bosrand. Na een paar flinke regenbuien en kou onderweg, kwam ik aan in Fort st John waar de zon scheen. Het weer kan snel omslaan in Canada. Ik had gister al een motel geboekt voor vandaag, dus kon lekker douche en had een lekker bedje. Ik ging boodschapjes en besloot een magnetron maaltijd met kip en broccoli te kopen, want ik had een magnetron op mijn kamer. S'avonds kwam ik op het briljante idee om m'n haar te knippen. 20 dollar voor een kapper vind ik op reis te veel, en heb het wel vaker zelf bij geknipt. Het enige punt was, ik had geen spiegel om de achterkant te bekijken en geen schaar, alleen m'n baardtrimmer. Als snel was de eerste hap eruit achter en moest ik wel verder. Het zag er echt niet uit, en toen was de trimmer leeg. Die moet uren opladen dus kon het morgen pas weer opnieuw proberen. Ik heb nog even gefacetimed met Lisa voor ik ging slapen, die zat toen alweer aan het ontbijt.


Dag 25. 23/06/17. Fort st John - Muncho Lake Provincial Park

Bij het motel zat ontbijt ingegrepen dus daar maakte ik gebruik van. Kaneelbroodjes, muffins en een glas melk. Prima ontbijt dus! Na het ontbijt ben ik verder gegaan met m'n haar om te schade te beperken. Het scheelt dat ik de helft van de dag een helm op heb en niemand me kent hier. Als ik klaar ben en de motor op wil stappen blijf ik ergens met m'n broek aanhangen. Ik verlies mijn evenwicht en de motor kantelt. Ik kan hem niet meer houden en hij valt. Gelukkig heel zacht doordat ik hem zo lang als ik kon vast hielt. Alleen als de 350 kilo eenmaal gaat, is er geen houden meer aan. Ik probeer hem snel op te tillen maar dat lukt niet zo snel. Er lekt wat benzine en ik ren naar de receptie voor hulp. Een man komt me helpen en met z'n 2e trekken we hem recht. Wonder boven wonder zit er niet eens een krasje op! Gelukkig maar, ik kan op pad. Het is ongeveer 400km tot een groter stadje en onderweg zijn er 4 kleine plaatsjes op de kaart. Bij de eerste is een tankstation maar ik heb pas 150km gereden dus ik besluit door te rijden. Als er na het 4e plaatsje nog steeds geen tankstation is krijgen we weer het zelfde geouwehoer als 2 dagen terug. Alleen moet ik nu 400km rijden! De plaatsjes op de kaart waren vaak niet meer dan alleen een motel of een camping. Ik besloot op goed geluk door te rijden. In het slechtste geval kwam ik stil te staan en lifte ik tot een tankstation, en lifte ik ook weer terug. Ik zat de plannen al te maken, dat moest wel goed komen. Onderweg zag ik ook 2 beren! Helaas was er geen ruimte om te stoppen. Het stadje kwam dichterbij en het benzinelampje ging maar niet branden, was hij kapot? Ik heb geen reserve kraam om open te zetten, dus op is op. Na 375km sprong hij aan! Hoe lang kon ik nu nog door? Uiteindelijk na 405km kon ik eindelijk tanken! Ik ging weer door, en besloot nog een uurtje door te rijden. Ik reed heel de dag al alleen maar langs bossen af! En weer zag ik een beer! Alleen weer kon ik niet stoppen helaas. Toen ik voor de 4e!!! keer een beer zag stopte ik en draaide ik op. Ik had de camera in de aanslag maar hij was al het bos ingedoken, balen! Net voor ik in het dorpje aankwam waar ik wilde overnachten liep weer een beer langs de bosrand. Ik stopte en pakte m'n camera. Veel gaf hij er niet om en hij snuffelde rustig verder. Toen stak hij recht voor me de weg over en verdween weer in het bos. Die had ik eindelijk goed op de camera! Toen ik in het dorpje aankwam, ofja bij het motel wat er stond vroeg ik naar een camping. 35 dollar! Dat vond ik veel te veel en besloot door te rijden. Een half uur later kwam ik weer bij een bord camping, maar die bleek niet meer te bestaan. Gelukkig was er iets verderop wel een. Voor 20 dollar, en heel erg mooi geleden aan een meer in de bergen. M'n tent kijk recht op het meer en de bergen uit. Ik rij een stukje verder opzoek naar een winkeltje voor eten. Bij een hotel hebben ze een winkeltje maar verkopen ze alleen frisdrank en snoep. Ik besluit dan maar in het restaurant te eten, want veel meer is hier niet. Het restaurant zit vol en kan pas om 9 uur bestellen. Ik ga niet nog anderhalf uur wachten op een tafel. Als ik vraag of ik het ook kan bestellen zeggen ze enthousiast geen probleem! Maar wel pas vanaf 9 uur. Boos loop ik naar buiten, ik heb honger! Iets verder terug zit een piepklein tentje met 3 tafels. Ze wilden eigenlijk sluiten maar de eigenaar maakte wel een biefstuk als ik wilde. Ik kreeg een bak sla tevoren. Een enorme biefstuk. Een heerlijke aardappel (voor het eerst in m'n leven dat ik een aardappel echt lekker vond en een maïskolf. Ook kreeg ik als dessert nog warm appelgebak met ijs, en dat allemaal voor 15 euro. Ik was voldaan en ging met een volle maag richting m'n tentje met het mooie uitzicht.


Dag 26. 24/06/17 Muncho Lake Provincial Park - Teslin Lake

Ik stap weer op de motor voor een lange rit. Het schijnt nu redelijk weer te zijn in Alaska, maar de voorspellingen worden slechter. Ik wil dus eigenlijk niet nog een week moeten wachten voor ik de Dalton highway kan rijden. Ik kom in totaal vandaag 6 bruine (black bears) tegen! Voor deze reis hoopte ik dat ik een beer zou zien, nu staat de teller al op 13! Alleen zou ik nog heel graag een 'the great' Grizzly tegenkomen, wie weet! Als ik smiddags in het plaatsje Watson lake stop, zie ik een soort bos met iedere boom helemaal vol gespijkerd met borden. Verkeersborden, kentekenplaten noem maar op. Ik heb hier ooit foto's van gezien, maar wist niet dat dit in Canada was, puur toeval dus! Na een lange rit kom ik S'avonds in Teslin lake aan. Tot m'n grote verbazing is er een klein winkeltje, want in de meeste plaatsjes op de kaart is niet meer dan een tankstation als het meezit. Ik haal worstjes, een bakje salade en een aardappel. Ik stook op de camping het kampvuur aan en leg de worstjes en aardappel boven het vuur. Na een half uur was de aardappel nog voor 3 kwart rauw, maar heb hem toch maar opgegeten. Rond een uur of 10 was ik klaar met eten en doodmoe, dus ben gaan slapen.

Dag 27. 25/06/17 Teslin lake - Beaver Creek

Met m'n kol wat mijn kin en nek warm houdt over mijn ogen werd ik wakker. Het is hier om 1 uur s'nachts nog licht, dus moest improviseren om het donker te krijgen. Ik breek de tent weer af, zoals bijna iedere dag en ga weer op pad. Plan is vandaag tot kort voor de grens van Alaska te rijden. Onderweg weer een paar regenbuien gehad en heel veel wegwerkzaamheden. Hier op de Alaska highway waar ik op rij, houdt dat in dat je gewoon over zand rijdt met diepe kuilen. Dit soms voor wel 30km. Kan ik vast wennen aan de Dalton highway, die ook niet geasfalteerd is maar bestaat uit zand, stenen, modder, klei en kuilen. Intussen verschillende motorrijders gesproken die uit Alaska kwamen. De een paar daarvan hadden de Dalton highway willen rijden. Eentje was het gelukt op zijn off the road BMW GS, de rest is halverwege omgedraaid. Dat terwijl ze ook op off the road motoren waren. Het is schijnbaar afgelopen maand zo'n verschrikkelijk weer geweest, dat de weg zo goed als onbegaanbaar is. De motorrijders die ik sprak zeiden dat ik het niet eens hoef te proberen op mijn motor, met deze banden. Misschien dat ik toch voor noppenbanden ga kijken in fairbanks. Ik ga het in ieder geval kijken hoe ver ik kom, wie weet zit alles mee en haal ik het toch tot Deadhorse. Na 5 uur rijden bedenk ik me dat ik nog steeds geen beer tegen ben gekomen! Zouden ze op zijn? Niet heel veel later zie ik een camper langs de weg stilstaan. Een beer, met een jong! Hee maar dit is een bruine, zou het een Grizzly zijn? Hij is veel groter dan de beren die ik tot nu toe heb gezien. Als ik dichterbij kom zie ik aan de bult in zijn nek dat het inderdaad een Grizzly is! Ik kan ze goed op de camera krijgen, en na een minuut of 5 lopen ze samen het bos in. Niet heel lang daarna zie ik er weer één! Niks achter me, dus ik rem snel en zet hem langs de kant. De motor slaat af door het plotselinge remmen. Ik maak snel een foto, terwijl de Grizzly mijn kant op loop. Grizzlyberen zijn eten dan wel geen mensen, als ze zich bedreigt voelen heb je wel een probleem. Hij trekt zich echter niets van me aan en loopt rustig verder, mijn richting op! Het scheelt niet veel meer dan zo'n 30/40 meter dus het lijkt me verstandig om de motor te starten en door te rijden. Koppeling in, startknop en gas.. hij start niet! Gelukkig de 2e poging wel en ik rij een stukje verder. Ik rij wel nog een keer langs om hem te filmen, maar hij hapt wat verder in het gras. Dan ga ik ook weer door. Ik kom aan bij Beaver Creek en vind gelijk een camping. Ofja zo noemen ze het, want het is gewoon een plek op een stuk zand naast het motel tussen wat geparkeerde auto's. Maar ik kan in ieder geval gebruikmaken van de douche van het motel. Ik eet een hapje in het restaurants. Als ik daarna naast mijn tent mijn reisverslag typ komt er eekhoorntje kijken. Eerst is hij heel schuchter. Maar als ik hem wat granola geef, maak ik vrienden en laat hij zich van dichtbij fotograferen.


Dag 28. 26/06/17 Beaver Creek - Fairbanks

Als ik s'ochtends wakker wordt, kom ik er achter dat ik helemaal niet op de camping stond. Bij het restaurant zeiden ze, hier langs het hotel bij de picknick tafels. Op de parkeerplaats (een zandvlakte) stonden inderdaad 2 picknicktafels half weg gevallen tussen de begroeiing. Wat bleek: achter een stel bomen, was een camping. Allemaal genummerde plaatsen en picknick bankjes. Had ik op de parkeerplaats geslapen haha. Achja wat maakt het uit, had goed geslapen. Op de 'echte' camping stond ook verder niemand trouwens. Ik ging richting de grens. Een kwartiertje later was ik er. Ik moest Amerika weer in, dus kreeg nogal wat vragen wat ik ging doen. Uiteindelijk mocht ik door. Qua landschap veranderde er niet heel veel. In tegenstelling tot Canada waren er wel meer winkeltjes en tankstations, en de prijzen daar waren weer een stukje goedkoper gelukkig. Ook werd het gek genoeg warmer. Na een rit van 500km reed ik Fairbanks binnen. Ik besloot eerst informatie in te winnen over de Dalton highway bij een motorzaak. Die kregen natuurlijk vaker vragen over de Dalton. 'Heb je nog tips', vroeg ik? 'We hebben 1 goeie tip, dan moet het zeker goed komen'. 'Gewoon niet doen'! Jaa lekker zo'n antwoord, daar kan ik wat mee. Er is vorige week een motorrijder om het leven gekomen op de Dalton. Dat had ik inderdaad al vernomen. Met alle respect. Hoe treurig het ook is, de beste man reed zonder helm. Het maakt niet uit of je in Alaska rijdt of in Nederland, of waar dan ook. Als me zonder helm rijdt weet je dat als je valt, je een groot probleem hebt. Wie zegt dat het dan niet meer verantwoord is om deze weg te rijden: Als er een dodelijk ongeluk gebeurd op de A50, moet je die weg dan niet meer berijden? Nee, dat kun je inderdaad niet vergelijken. Maar de Dalton met of zonder helm is ook niet te vergelijken. Ik ga richting het hostel. Als ik aankom staat de eigenaar, een jonge gast mij buiten al te verwelkomen. Hij is super vriendelijk en heel enthousiast over mijn reis. Binnen leer ik nog 3 gasten kennen, waar van één fotograaf. Ik ga eerst nog even langs de supermarkt voor eten voor vanavond en voor komende dagen. Heel veel water, mueslirepen, gedroogd fruit. Mocht ik geen eten of drinken onderweg kunnen kopen, overleef ik het wel. Voor nu haal ik een diepvries pizza. Dat is dan weer het voordeel van een hostel, je kan je eigen eten maken. Om het zekere voor het onzekere te nemen, heb ik eigenlijk een jerrycan nodig. Deze is alleen 25 dollar in de supermarkt, en vind dat toch erg duur voor die 4 dagen dat ik hem echt nodig heb. Ik besluit nog even te kijken wat ik doe. Als ik de boodschappen heb gedaan en weer buiten kom, wordt ik even niet goed van de hitte. Ik ga naar Alaska, dus heb mijn warmste kleding aan gedaan. De zon schijnt volop, en het is een graad of 25. Sta je dan met je gevoerde motorkleding, en thermopak eronder. In Canada kon ik dat goed gebruiken, maar nu ging ik kapot! Als ik bij het hostel aan kom, zie ik dat de eigenaar een jerrycan in de garage heeft. Als ik vraag of ik deze mag nemen is dat geen probleem! Van de fotograaf mag ik zijn bearspray lenen op komende dagen, dus dat scheelt me alles bij elkaar 75 dollar die ik bespaar! De jongen zit al een paar maanden in Alaska om foto's te maken van wildlife en de natuurlijk. Als ik zijn foto's te zien krijg weet ik niet wat ik zie, echt ongelooflijk mooi! Hij verteld dat hij soms 2 weken lang in een tentje slaapt om foto's van Grizzly's te kunnen maken. Het is heel gezellig maar rond half 11 lijkt het me beter om te gaan slapen. Ik merk al dat ik vermoeid begin de raken, en komende dagen kunnen wel eens heel zwaar worden. Ik slaap op een kamer met een Amerikaan. Relaxte gast, alleen lult je de oren van je kop. Joe slaapt buiten in de tuin in een tentje, omdat hij hier voor langere tijd hier zit. S'nachts kan ik niet heel goed slapen. In mijn hoofd probeer ik me voor te stellen wat ik kan verwachten na die horror verhalen. Achja, we gaan het zien morgen.


Dag 29 27/06/17 Fairbanks - Coldfoot 410km

De wekker staat om 7 uur, maar ik sta om half 9 op. Ik sliep pas laat, dus kon er moeilijk uit. Het blijft toch licht s'nachts, in het noorden van Alaska de zomer. Dus ik zal nooit in het donker moeten rijden. Ik zeg de jongens gedag en bepak de motor. Ik doe extra spanbanden om de koffers, in het geval ze afbreken door de klappen onderweg. Ik gooi de tank zo vol als ik kan, en de jerrycan en vertrek. Ongeveer 100km verder richting het noorden, in Livengood begint de Dalton highway. Nu is het nog zo'n 300 kilometer tot het eerst volgende kleine plaatsje: Coldfoot. Gelijk houdt het asfalt op en rij ik over zand en gravel. Voor mij rijdt ook een motorrijder. 10 minuten later stoppen we allebei bij het bord van de Dalton highway. Hij kwam hier alleen voor een foto en gaat niet verder. Hij wenst me succes, hij is ooit tot 3 kwart gekomen verteld hij. Ik rij verder. Het weer is in ieder geval geweldig, wat heel veel uit maakt op deze weg. Zolang ik 40/50 blijf rijden heb ik het gevoel dat ik redelijk safe zit. Mocht ik onderuit gaan heb ik een probleem. Er rijden aardig wat vrachtwagens op deze route, ook wel bekend van het programma 'ice road truckers'. Deze gasten hebben een hekel aan de motorrijders, die op 'hun' werkterrein een beetje aan het hobbyen zijn. Ik snap het ook wel, dus ga steeds helemaal naar rechts als ze langsrijden en verlaag mijn snelheid. Maar deze gasten zouden er dus niet mee kunnen lachen als je midden op de weg op de grond ligt met de motor. En pf ik hem zelf overeind krijg weet ik niet. Ook lekte hij laatst benzine toen hij s'ochtends bij het hotel was gevallen, en kan ook geen benzine missen tijdens deze trip. Ofwel, niet vallen! Ik ga best lekker over het zand en rij over de Yukon river. Na een tijdje stop ik bij de officiële grens van de Artic circle. Er zitten 2 mensen van de toeristische organisatie die een foto van me maken bij het bord. Ook geve ze geven me een certificaat mee, als bewijs dat ik in de artic circle ben geweest. Leuk als souveniertje, ik mag vrijwillig doneren en geef ze een dollar. Ik ga weer door, en tot mijn grote verbazing is er zelfs een stuk asfalt! Een kilometer of 10 kan ik weer even tempo maken. Het asfalt is super, tot ik ineens een enorm gat in de weg zie. Ik ga vol op de rem, probeer nog te ontwijken maar klap toch hard in de kuil. Ik blijf overeind. Maar de jerrycan met benzine hangt ipv achter me, nu tegen m'n been aan. Even ben ik bang dat er iets afgebroken is, of de band lek is. Is dit het einde van de reis? Als er iets helemaal aan gort is, wat zomaar zou kunnen wel. Ik zoek zo snel mogelijk een plek om te stoppen en bekijk vol zenuwen de motor. Tot mijn grote verbazing zie ik helemaal geen schade, hoewel dat niet alles betekend. Maar toch lijkt het alsof de vering de klap goed heeft opgevangen. Dat was in ieder geval een leer moment! Ik vervolg mijn weg, heel rustig. Onderweg stop ik nog bij wegwerkzaamheden. Een jongen staat met een stopbord, en ik moet wachten op een volgauto die tijdens de werkzaamheden voor mij uit rijdt. De jongen is heel enthousiast als hij hoort dat ik uit Nederland kom, want zijn opa en oma wonen daar. Hij was laatst nog in Den Haag! De volgauto is er en ik rij verder. Ik denk vriendelijk te zijn maar doe iets stoms, ik laat de vrachtauto achter mij voor gaan. Ik wilde niet dat hij opgehouden zou worden door mij, maar hierdoor rij ik kilometers door zijn stofwolk. Uiteindelijk kom ik rond 6 uur aan in Coldfoot. Meer als een restaurant en tankstation is er niet. De meeste 'tankstations' in Canada en Alaska zijn trouwens niet zo als wij ze kennen. Het is enkel de pomp, waar je met je pasje betaald. Ik ga het restaurant binnen. Voor 25 euro kun je onbeperkt eten. Eerst besluit ik het niet te doen, dan kom ik er toch op terug. Ik kan een goeie maaltijd wel gebruiken, en ze hebben veel lekkere salade dus kan ik de vitamines op peil houden. Als ik vraag naar een camping, zeggen ze dat ik mijn tent gratis op het grasveld iets verderop mag zetten. Dat scheelt weer! Ik zet mijn tent op, en ga slapen.


Dag 30. 28/06/17 Coldfoot - Deadhorse - 400km + 100km terug

Rond 7 uur stond ik op voor een spannende dag, als ik vandaag door zou komen moest de terugweg normaal gezien ook wel lukken. Rond 8 uur vertrok ik naar Deadhorse, 400km off road. Hoewel, de eerste paar kilometer bleek asfalt! Al snel werdt het slecht. Na een tijdje rijden stopte ik voor een pauze van 10 minuten. Op de parkeerplaats stond een bord dat vanaf nu de bomen zouden verdwijnen. Omdat het in de winter 24 uur per dag geen zonlicht is, kan er niet genoeg fotosynthese plaatsvinden. Dus de bossen maken plaats voor toendra. Uitgestrekte landschappen met struikgewas en gras. Een stukje later reed ik door de Atigun pass. Het werd kouder en er was weer deels sneeuw om me heen. Toen ik de bergen uitreed was het enkel nog een vlak landschap. Het offroad rijden was af en toe lastig, ook omdat ik het nooit eerder had gedaan. Toch viel het niet tegen zolang ik niet te snel ging. Toch realiseerde ik me er nog lang niet te zijn. Iedereen had me gewaarschuwd voor de laatste 50 mile, dat waren de moeilijkste. Na iedere anderhalve a twee uur had ik ene minuut of 10 pauze, maar langzaam raakte ik uitgeput. Ik had momenten dat ik dacht wat ben ik toch aan het doen, maar ik moest en zou Deadhorse halen. Toen braken de laatste 50 mile aan, rond een uur of 18.00. Ik reed door een laag los gravel van zo'n 30cm. Soms kon ik sporen van auto's of vrachtwagen volgen, maar als dat spoor 10 meter verder onderbroken werd moest ik alles op alles te zetten om niet onderuit de gaan met de 350 kilo. Op een gegeven moment raakte ik de controle kwijt, de motor was onstuurbaar geworden. Ik zwiepte van links naar rechts. Daardoor viel zelf half van de motor, waardoor ik onbewust het gas opendraaide. Toen ging ik nog harder alle kanten op! Op een hele merkwaardige wijze kwam ik overeind. Mijn hart ging te keer, en stopte even om bij te komen. Dat scheelde niks! Ik ging niet hard, reed heel rustig zelfs. Maar toch, als je verkeerd neerkomt met 350 kilo op de kan de reis zomaar voorbij zijn. Ik ging weer verder. Er was op verschillende plekken roadwork gaande, waardoor je moest wachten tot de pilotcar kwam en je die kon volgen. Tussen enorme keien en los gravel probeerde ik me een weg te banen. Deadhorse kwam dichterbij, hardop zei ik tegen mezelf: 'Je bent er nog niet, het ergste komt nog'. Zelfs toen ik in de verte het industriegebied van Deadhorse zag, dacht ik dat er nog wel een valkuil zou komen. Dat bleek niet zo, ik was er! Ik verwachte duidelijk een plek met een tankstation, hotel en restaurant. Ook verwachte ik wel andere motorrijders te zien. Ik zag enkel industrie. Dit was de lelijkste plek op aarde waar ik ooit was geweest, maar wat was ik blij dat ik er was. Uiteindelijk vond ik een tankstation. Ik wilde de motor op de middenbok zetten, wat wel wat kracht kost. Mede door de oneffen ondergrond en de extreme vermoeidheid ging er iets mis. De motor kantelde. Gelukkig zorgde een betonnen rand ervoor dat hij helemaal om ging, dus hij stond zo'n 90 graden schuin. Voorzichtig liep ik naar de andere kant op hem terug te duwen. Ik schreeuwde om hulp, maar niemand was in de buurt. Met alles wat ik in me had kreeg ik hem weer recht. Dat was weer op het randje, maar gelukkig kon ik de tank volgooien. Toen kwam er een andere man tanken. Hij zei dat ik bij het Aurora hotel kon eten (veel toeristen komen hier in de wintermaanden heen voor het noorderlicht). 'Ze sluiten wel om 20.00' zei hij, daarna valt hier nergens meer eten te halen. Het was 5 voor 8, en op het moment dat ze de deur sloten kon ik nog naar binnen glippen. Voor 20 euro kon ik opscheppen wat ik wilde aan het buffet, dus heb me helemaal vol gegeten. Na een uurtje bijkomen en genieten van het eten ging ik informeren maar de kamerprijzen. 180 dollar voor een nacht. Het goedkoopste was rond de 150 in Deadhorse vertelde de receptionist. Ik wist wel dat de prijzen rond deze koers zouden liggen, dat was me tevoren verteld. Ik vroeg naar kampeer mogelijkheden. Dat was voltrekt verboden in de omgeving van Deadhorse. Ze vertelde me als reden: Er komen hier af en toe ijsberen. Een Grizzly zal je niet zonder reden doden, maar een ijsbeer vreet je gewoon op als je in je tentje ligt. Ik weet niet in hoeverre dit de reden is. Het zal ook meespelen dat ze de hotels vol willen hebben, en tussen alle industrie geen tentjes willen hebben van toeristen. Moet zeggen dat ik dat goed begrijp. Ook stond er een ijskoude wind, die vanaf de noordpool de zee overstak naar Deadhorse. Ik moet zeggen dat de zee altijd iets speciaals met me doet. Sinds de maand dat ik op pad ben, heb ik nog geen zee gezien. Nu ben ik er 5 kilometer vandaan, maar kan er niet naartoe. Om tot de kust te komen moet je er werken, of je kan een tour boeken. Die had ik dan gister al moeten boeken vanuit Coldfoot, en zou me 70 euro kosten. Meer dan de zee zien en informatie over het olieplatform is het niet. Prudhoe bay, het gebied direct aan de kust en 5 kilometer van Deadhorse is het grootste olieplatform van Noord Amerika. Maargoed, leuk en aardig maar ik moet ergens zien te slapen vannacht. Ondanks de extreme vermoeidheid deed het eten mij goed en stapte weer op de motor. Het voordeel was dat het niet donker wordt, dus kon ik goed opzoek naar een plek om te slapen. Uiteindelijk heb ik nog 100km gereden voor een geschikte plek. Dichterbij Deadhorse stond een hele koude wind, en lag heel veel smeltwater in de grasvelden. De plek die ik vond was een soort van parkeerplaats. Ook kon ik hier de omgeving goed overzien, zodat ik zag dat er geen beren liepen. De motor zette ik 150 meter verder met al het eten in de koffers. Nooit, maar dan ook NOOIT eten in de tent in Alaska. Het stikte trouwens van de muggen. Dan heb ik het niet over tien of honderdtallen. Miljoenen! Ik was hier voor gewaarschuwd tevoren, en toch wist ik niet wat ik dacht. Ik heb de tent opgezet mer mijn helm op en handschoenen aan. Zo snel als ik kon sprong ik in de tent. Heb toen nog een paar muggen gedood, en ben gaan slapen.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Bas

Van New York, via het noordelijkste punt van Alaska met als gedroomde eindbestemming Ushuaia. De zuidelijkste stad van de wereld. Op mijn Moto Guzzi California uit 1992.

Actief sinds 24 Nov. 2017
Verslag gelezen: 215
Totaal aantal bezoekers 10046

Voorgaande reizen:

30 Juni 2017 - 23 December 2017

The Longest Road

Landen bezocht: