Dag 167 Medellin - dag 180 Salar de Uyuni Bolivia - Reisverslag uit Uyuni, Bolivia van Bas Baaten - WaarBenJij.nu Dag 167 Medellin - dag 180 Salar de Uyuni Bolivia - Reisverslag uit Uyuni, Bolivia van Bas Baaten - WaarBenJij.nu

Dag 167 Medellin - dag 180 Salar de Uyuni Bolivia

Door: Bas Baaten

Blijf op de hoogte en volg Bas

19 Juni 2018 | Bolivia, Uyuni

Dag 167. 11/11/17. Medellin - Tulua 329km

Jaime en Lorena hadden een heerlijk ontbijtje klaar gemaakt voor we vertrokken. Als bedankje hadden Ricardo en ik een tijdschrift en een boekje gegeven, met informatie over Salar de Uyuni. Lorena was in tranen toen ze het cadeautje kregen. We maakte nog een foto met zijn vieren en toen was het tijd om gedag te zeggen. Jaime reed nog een stukje met ons mee tot in de bergen aan de rand van Medellin. Onderweg zagen we nog een verkeersruzie tussen een motorrijder en een auto, het scheelde echt een centimeter of de motorrijder lag bewust tegen het asfalt. Dat is toch het temperament hier, dus beter niet teveel reageren als iemand je afsnijdt. Toen we amper 15 kilometer gereden hadden viel ineens mijn TomTom uit. Dat was natuurlijk weer de zekering, en jahoor de richtingaanwijzers deden ook niks meer. Bij een tankstation stopte we om Jaime gedag te zeggen en controleerde ik de zekering. Die was inderdaad kapot. We hadden het vermoeden dat het door het contact van het achterlicht kwam, wat half doorgebrand was. Ik had de zekering vernieuwd en zonder lampje achter verder gereden. Ricardo reed achter me dus niemand die er verder last van had, alleen moet ik het wel snel laten maken. Onderweg hebben Ricardo en ik nog een hapje gegeten en zijn nog kort gestopt voor wat foto’s. De eerste 200 kilometer was schitterend, door de bergen. Alleen door alle korte haarspeldbochtjes konden we niet echt kilometers maken. De laatste 100 kilometer was wel vrij recht dus kwamen we gelukkig voor het donker aan in Tulua. Onze wegen scheiden vanaf nu weer, dus voor de 3e keer vandaag zei ik gedag. Ricardo sliep weer bij een couchsurfing adresje, en ik ging op zoek naar een hotel. Gek dat ik Ricardo pas een week ken, en we toch al zoveel ervaringen hebben gedeeld. Goeie gast, wie weet zien we elkaar nog maar ik denk niet deze reis. Gelukkig had ik mijn hotel zo gevonden. 15.000 pesos. Was ik nog steeds met de currency aan het kutten? Nee de kamer kostte echt 4 euro haha. S’avonds ging ik nog een hapje eten en verder genoot ik na lange tijd van een heerlijk rustig avondje.


Dag 168. 12/11/17. Tulua - Tangua 498km

Ik vertrok uit Tulua en ging op pad, het plan was om redelijk dicht bij de grens te komen. Nu Ricardo niet meer achter me reed maakte ik me toch een beetje druk over mijn achterlicht. Dat mijn achterlicht niet werkt maakt niet uit overdag, alleen mijn remlicht is een groter probleem. Bij de eerste de beste garage die open was stopte ik. Al gauw had ik door dat een nieuw licht erop zetten hier niet ging lukken. Hij ging een beetje kutten met allerlei gereedschap. Toen hij terug kwam zat het lampje er weer stevig in. Ook had hij de zekeringen die ik nodig had, gelukkig maar want als ie nu weer zou springen had ik geen reserve meer. Onderweg stonden op veel plaatsen het leger langs de weg. Iedere keer als ik langs reed, staken ze hun duim omhoog en glimlachten ze! Na een lange, vermoeiende dag ging ik rond 4 uur opzoek naar een hotel. Veel keus was er niet in de bergen, en pas om 6 uur had ik iets gevonden. Geen WiFi helaas, en ik had Lisa afgelopen week al amper kunnen spreken dus daar baalde ik wel van. Maar ik had weinig keus. Ook de kamerdeur kon op een of andere manier niet op slot. Wat is dat nou voor onzin? Nouja dat was blijkbaar bij alle kamers zo. Ik nam mijn belangrijke spullen mee naar een restaurantje langs het hotel. Rond 7 uur was ik terug, en had het plan om aan mijn reisverslag te werken. Volgens mij ben ik niet veel later in slaap gevallen, want werd midden in de nacht wakker met mijn iPad in mijn handen.


Dag 169. 13/11/17 Tangua (Colombia) - Quito (Ecuador) 304km

Om half 8 zat ik al op de motor. Ik ben het niet gewend het vroeg opstaan, maar het bevalt prima. Ofja niet het opstaan, maar dat ik vroeg op de dag al aardig wat kilometers gemaakt heb. Net voor de grens van Ecuador nam ik een kijkje bij de Las Lajas basiliek. De basiliek is gebouwd in een grote kloof, waardoor het heel indrukwekkend is om te zien. Rond 10 uur kom ik aan bij de grens. Uit reisverhalen maakte ik op dat de grensovergangen in Zuid Amerika veel relaxter zijn. Nouja het was inderdaad vrij duidelijk, maar het begon met een rij van zo’n 150 man om een stempel ‘Colombia uit’ te krijgen. Toen dat geregeld was, kwam ik bij de grens van Ecuador aan. Ik schrok me kapot, deze rij was nog 2x zo lang! Er zat ook amper vooruitgang in. Ik deed iets, waar ik normaal echt een schijthekel aan heb. Ik sloot aan bij ongeveer nummertje 100 aan. Niemand die er wat van zei, na een half uur was ik dan eindelijk aan de beurt. De stempel zetten was natuurlijk in 30 seconde gedaan, dus waarom dat hier zo lang moet duren geen idee. Daarna moest ik de motor nog inklaren, maar dat ging vrij soepel, dus iets voor 12 reed ik Ecuador in. Op één of andere manier doet de TomTom het hier niet, net als ik Belize. Gelukkig ging het eerste stuk vrij makkelijk, gewoon de borden Quito volgen voor zover die er stonden. De wegen zijn trouwens echt super in Ecuador! Onderweg ging ik een hapje eten. Vanochtend was het ontbijt er bij ingeschoten dus om 1 uur had ik aardig honger. Voor 3 dollar had ik een bord vol, vlees, rijst, bonen en gebakken eitjes. Ohja en koffie en fruitsap. Toen ik wilde afrekenen en opzoek was naar de 3e dollar zei de jongen, 2 is anders ook wel genoeg. Haha ach die ene extra dollar kan ik wel missen voor zo’n berg eten. Ook de benzine was lachwekkend goedkoop. Eerst wilde ze me niet helpen omdat ik geen kenteken heb uit Ecuador, dan kun je blijkbaar maar bij sommige plekken tanken. Ik deed alsof ik het niet begreep dus uiteindelijk kon ik toch tanken. Een volle tank voor 6 dollar! Meestal was ik toch minimaal het dubbele kwijt! Ik volgde de borden Quito, en een plaatsje ten zuiden van Quito maar die kwam ik nergens tegen op de borden. Toen ik langzaam aan de stad in reed keek ik toch maar eens waar ik was. Ik was al veel te ver, dus ik moest heel de stad door. Ik heb aardig wat grote steden gezien in de wereld, maar manmanmam wat is Quito toch groot. Zit je dan zonder navigatie. Ik vroeg af en toe bij een stoplicht naar de weg, maar iedereen zwaait maar gewoon met zijn hand naar voren als je het vraagt. Toen ik een groot deel van de stad door was, vroeg ik het weer aan iemand op een motor. Hij zei volg me maar, en hij reed een aantal kilometer voor me uit. Dat hielp wel een hele hoop! Hij stopte nog en ik bedankte hem voor zijn hulp. 10 minuten later vond een hotel langs de weg. Het was al 5 uur dus tijd om te stoppen. S’avonds ging ik nog een hapje eten, voor 3 dollar had ik weer een flinke maaltijd. Toen ik het hotel in liep zei de receptionist ineens dat ik nog 10 dollar extra moest betalen. Hij sprak geen Engels dus begreep het niet helemaal. Zou dit ook een hotel zijn waar je ook per 3 uur kunt betalen? Zo zag het er niet uit. Maar het is goed, dat had hij me meteen kunnen vertellen. Dus ging ik naar de kamer, het was een vermoeiende dag.


Dag 170. 14/11/17. Quito - Santa Rosa 536km

Rond 8 uur vertrok ik uit Quito. Toen ik de stad uitreed, doemde aan mijn linkerzijde de cotopaxi vulkaan op. Ofja, helaas was hij bijna helemaal verdwenen in de wolken. Met bijna 6000 meter is dit een van de hoogste vulkanen ter wereld! Na een uurtje nam ik pauze en was het tijd voor een ontbijtje. Eigelijk stopte ik vooral ook om wat warmers aan te trekken, want het was aardig fris in de bergen. Het ontbijt was heerlijk. Na lange tijd eens een lekker eitje s’ochtends op brood, ipv rijst en bonen. De rest van de dag reed ik vooral door de bergen. Rond een uur of 4 ging ik op zoek naar een hotel, had er al een hele hoop gezien vandaag langs de kant van de weg. Uiteindelijk wist ik pas rond 6 uur een hotel te vinden. Eigelijk was het een te lange dag op de motor. Maar als ik eenmaal rij, heb ik de smaak te pakken en wil ik het liefste doorrijden tot het donker wordt. Vlak voordat ik aankwam in Santa Rosa werdt ik bij een check point nog apart genomen door de politie. Was het omdat ik langs de rij auto’s naar voren glimpte? Geen idee, maar hij had wel door dat ik mijn papieren in orde had en er toch niet te communiceren was met mij in het Spaans. S’avonds ging ik nog een hapje eten, rijst met bonen verrassend genoeg.


Dag 171. 15/11/17. Santa Rosa (Ecuador) - Sullana (Peru) 257km

Ik was alweer vroeg op pas, want ik wilde toch kilometers maken vandaag en er stond ook weer een grensovergang op de planning. Die wam eerder dan verwacht. De borden met ‘frontera’ stuurden me naar een andere grensovergang, achja in kwam zo ook in Peru terecht. Eerst moest ik weer op papier de motor het land uit hebben. 5 kilometer verder zat de douane. Ook hier weer een gruwelijk lange rij. Achter me in de rij stonden een Canadese man en vrouw, die sinds kort in Ecuador woonden en een paar dagen naar Peru gingen. We hadden het zo over mijn reis, en ik zei ze dat ik dacht dat hun ook hun auto moesten inklaren. Ze dachten van niet, voor die 3 dagen. Na een uur waren we dan eindelijk aan de beurt. Gelukkig was de exit stamp en entry stamp op dezelfde plek, dus hoefde ik niet 2x in een lange rij te wachten. Daarna moest ik iets verder op de motor inklaren, en kreeg ik te horen dat de verzekering verplicht was in Peru. Toch weer 30 dollar. Rond 12 uur was ik klaar. Toen ik de motor wilde opstappen stonden er 3 mannen bij. De zagen boven de cilinder een beetje nattigheid, het leek olie. Uiteraard konden ze me er wel mee helpen. Bij grensovergangen neem ik van niemand iets aan, dus hielt het zelf wel in de gaten, maar ging er niet op in. Ook wilde ze geld wisselen, zoals bij iedere grensovergang dit soort mannetjes rondlopen. Ik vroeg wat ik voor mijn 95 dollar zou krijgen. Ik kreeg ongeveer 65% van wat ik hoorde te krijgen. Gelukkig heb ik een currency app op mijn telefoon, dus weet precies hoeveel ik hoor te krijgen. Ik lachte erom en stapte op de motor. Natuurlijk kwamen ze met een andere aanbieding, maar ik had er genoeg van. Al vrij snel reed ik langs de kust van Peru. Ik stopte even bij een strand om foto’s te maken. Daar zag ik ineens 3 dooie zeeleeuwen op het strand liggen, het was een triest gezicht. Ook lag er een dooie kreeft, liepen er een hoop krabben rond. Even later vond ik nog een skelet van een soort kogelvis en een schedel van een zeeleeuw, een strandjutter zou zijn geluk niet op kunnen hier denk ik. Even later kon ik mijn geld wisselen bij de bank, en gooide ik de tank vol. Bijna 20 euro, dat was wel wat anders dan in Ecuador. Overal op straat liepen mensen in het voetbalshirt van Peru. Toen ik er naar vroeg, hoorde ik dat Peru vanavond de beslissende wedstrijd speelt tegen nieuw zeeland om naar het wk te gaan. Onderweg zag ik politie staan, dus ging ietsjes rustiger rijden. Ze stonden al stil bij een auto. Toen ik goed keek, zag ik dat het de mensen van vanmiddag bij de grens waren! Oh oh, die zullen toch hun papieren hebben moeten laten zien. Een half uur later kwam ik zelfs bij een stop, waar iedereen op hun
papieren werden gecontroleerd. Met geen mogelijkheid kom je dus verder, zonder inklaring van het voertuig. Ik reed verder, en de zee maakte plaats voor woestijn. Sinds ik Ecuador uit was, werd het landschap gelijk een heel stuk woester en wilder. Ook de wegen werden slechter en slechter. Op een gegeven moment was het echt niet leuk meer. Uren lang slalommen tussen de enorme gaten in de weg, of stukken met alleen maar zand. Om de zoveel tijd stonden mannen met een schep te doen alsof ze de gaten aan het vullen waren met zand, en stonde met een emmer te wachten op geld. Ik heb niemand met de schep bezig gezien, alleen met de emmer. En niet eentje die het probeer, nee wel meer dan 50 man! Sommige waren nog boos ook als je niks gaf. Het was al vrij laat en ik kon geen hotel vinden. Ik wilde een simkaart kopen zodat ik Lisa in ieder geval kon spreken, ook als ik geen WiFi had. Overal stond Claro (de locale provider) bij ieder winkeltje, dus zo moeilijk kon het niet zijn? Nee ze verkochten alleen prepaid kaartjes aan mensen uit Peru zelf. Na een tijdje zoeken had ik dan eindelijk een hotel gevonden. De motor reed ik via de receptie het binnenterrein van het hotel op. Mocht Peru verliezen vanavond, wil ik de motor niet buiten hebben staan. Straks denken ze nog dat NL Nieuw Zeeland is ofzo. Ik ging een hapje eten naast het restaurant. Kip met frietjes, ipv kip met rijst vandaag. Iedereen zat er binnen met het shirt van Peru. Op straat was het een groot gekkenhuis en overal hoorde ik toeterende auto’s. Toen na het eten de wedstrijd op punt van beginnen stond, kon ik het niet laten om even in het centrum te gaan kijken. Het centrale plein stond ram vol, en er stonden 3 grote schermen. Iedereen in het shirt van Peru, mensen met vlaggen en fakkels. De sfeer was geweldig. Zeker toen Peru op 1-0 voorsprong kwam, door de oud PSV’er farfan. Later zou in het nieuws staan, dat in Chili op het moment van de goal de aarde trilde! Heel Peru stond op zijn kop, en ze wonnen met 2-0. Voor het eerst sinds tientallen jaren, mocht Peru weer naar het wk. De president gaf aan dat morgen een nationale feestdag is, en iedereen een vrije dag op kan nemen. Na de wedstrijd ging ik gelijk naar bed, voor mij morgen gewoon een werkdag haha


Dag 172. 16/11/17. Sullana - Trujillo 463km

Ik werd om half 8 wakker, een uur later dan ik op wilde staan. En nog kon ik er slecht uitkomen. Dat zal toch niet van die 2 biertjes komen van gister, of kan ik echt nergens meer tegen? Achja ik kan er nooit goed uit s’ochtends. Ik vertrok rond half 9. Gelukkig waren de wegen gelijk stukken beter dan gister. Alleen sommige stukken door steden waren slecht. Ongelooflijk dat er in een grote stad zulke grote gaten in de weg liggen dat je heel de motor aan gort kunt rijden. Ook is lang niet alles geasfalteerd. Na een ruim uurtje te hebben gereden, kwam ik in de woestijn terecht. Hier kon ik even volle vaart doorrijden. 110 km/pu is toch wel genoeg. Harder rijden is op deze wegen niet verantwoord en ook niet echt comfortabel zonder windscherm. Net op tijd kwam ik een tankstation tegen. Ik zei gooit hem maar vol, maar ik denk dat ze dat wat te letterlijk nam. Ze zette hem op de klik stand, zodat hij vanzelf stopt als de tank vol is. Niet dus, hij bleef benzine spuiten over de volle tank. Ik gooide de slang eruit, alles onder de benzine dus. Ik ging weer verder. Na ruim 450km vond ik het wel mooi geweest en ging opzoek naar een hotel. Om half 5 zat ik in de kamer, dat was ff geleden dat ik de rit er zo vroeg op de dag op had zitten. S’avonds genoot ik van een pizza en een ontspannen avondje.


Dag 173. 17/11/17. Trujillo - Lima 724km

Het eerste doel van vandaag was de chaos van Trujillo uit zien te komen. Wat een gekke toch op de weg. Ze zijn echt zo brutaal als het maar zijn kan in het verkeer, maar als je dan langs ze gaat rijden kijken ze je heel vriendelijk aan. Het lijkt wel alsof het verkeer een soort uitlaatklep is voor iedereen hier. Toen ik de stad uitreed belandde ik al snel weer in de woestijn. Af en toe hadden de bergen zand hele mooie kleuren, rood, groen of geel. Tijdens een stop viel me ineens op dat er scheurtjes aan het vormen waren in mijn achterband. Nu dit weer! Heb er pas 3000km mee gereden. Hopelijk houdt hij het toch wel vol tot Buenos Aires. Ondertussen hoorde ik van meerdere mensen dat mijn website eruit ligt. Toch leuk om te horen dat het verschillende mens en gelijk opvalt. Het kostte iets van 25 euro om hem te verlengen voor een jaar, dat is mijn halve dag budget en kan het geld wel beter gebruiken. Zeker nu ik de container niet meer kan delen om te motor terug te verschepen. Ben de laatste dagen druk aan het uitzoeken wat de mogelijkheden zijn nu, in ieder geval wordt het een stuk duurder alleen. Of moet ik de guzzi verkopen. Geen kosten voor het verschepen, en misschien levert het nog wat leuks op. Maar krijg ik daar later niet heel erg spijt van? Ik hou voorlopig alle opties open. Na een lange dag rijden kom ik aan in Lima. Vrij snel heb ik een hotel gevonden. 30 sol, zo’n 8 euro. Toch valt me op dat hij in het boek schrijft 25 sol, en bij iedereen staat 25 in zijn notitieboek. Als ik er wat van zeg, zegt hij die hebben maar voor een paar uur geboekt. Ik merk dat ik voor de gek wordt gehouden, en al is het om nog geen 2 euro heb ik er toch een hekel aan. Later hoor ik van iemand anders dat die gewoon 25 voor een nacht betaald. Morgenochtend ga ik wel even vragen hoe dat zit. S’avonds eet ik verrassend genoeg weer rijst en kip, hebben ze hier echt niks anders? Vast wel, misschien moet ik beter zoeken. Of misschien is het ook het enige waarvan ik weet wat het is in het Spaans haha. Als ik S’avonds naar een supermarkt loop, kom ik nog door een behoorlijk ongure buurt. Gelukkig heb ik voor het geval dat altijd mijn dummie iPhone bij en mijn 2e portemonnee, maar deze buurt was zo slecht dat ik voor de zekerheid maar een flinke steen in mijn achterzak deed. Gelukkig viel het achteraf allemaal mee en was ik een uurtje later weer in het hotel.


Dag 174. 18/11/17. Lima - Ica 286km

Ik ging op pad richting Ica. Vroeger ging ik altijd fossielen haaientanden zoeken, en blijkbaar is de omgeving van Ica een van de beste plekken in de wereld daarvoor. Ik wilde er geen hele dag aan spenderen, dus vertrok ik extra vroeg uit het hotel. Ik ging nog de discussie aan over de prijs, maar dan doen ze gewoon echt alsof ze dom zijn en is het een kansloze discussie. Zeker als je geen Spaans spreekt. Lima uitrijden was een en al ellende. Het verkeer in Peru is misschien wel het ergste wat ik ben tegen gekomen deze reis, en Lima spant de kroon. Na een ruim, vermoeiend uur was ik dan toch de grootste drukte uit. Maar ook op de snelweg moet je oppassen in Peru. Vrachtwagens stampen plots op de rem als ze langs de kant wat te drinken willen kopen. Even later ging weer iedereen plots vol op de rem. Het verkeer stond stil, en ik reed langs de auto’s af naar voren. Er liep een piepklein katje over de weg, ik schat enkele weken oud. Dat doet me dan toch wel goed dat ze daarvoor vol de rem in gaan. Ik wilde van de motor stappen om het beestje op te pakken, maar een man was me voor en zette het beestje in een weiland. Na een tijd door de woestijn te hebben gereden kwam ik aan in Ica. Ik dropte mijn spullen in het hotel en ging opzoek naar de Ocucaje woestijn, waar de fossielen moesten liggen. In het dorpje ocucaje was een museum met fossielen. Het museum was morgen ook open, dus besloot ik eerst opzoek te gaan naar de vindplaats van de haaientanden. Na een aantal keer vragen werd ik de goeie kant op gewezen. Alleen op Google maps was het een weg, en al snel werd het los zand. Niks is er lastiger rijden als los, diep zand in de woestijn. Toen ik eigelijk om wilde draaien zei een man dat het zand vaster werd, dus ging ik nog even door. Na een paar keer bijna onderuit te zijn gegaan werd het inderdaad beter. Ik stond midden in de woestijn, tussen grote bergen zand. Al snel vond ik een enorme schedel van een walvis in de grond. Heel moeilijk was dat niet, want er lagen allemaal grote stenen omheen. Ik denk omdat de Dakar hier geloof ik ook langs komt, en sowieso voor mensen die gaan crossen door de woestijn. Wel mooi dat ze zo’n groot fossiel gewoon op zijn plek laten liggen. Helaas vond ik geen haaientanden, het was zo’n groot gebied en ik was waarschijnlijk gewoon niet op de juiste plek. Wel vond ik fossielen schelpen en koraal, dus ik zat toch ergens in de buurt. Voor het donker werd ging ik terug naar Ica, 30 kilometer terug. S’avonds at ik in het centrum een heerlijke pizza, dat mocht wel na dagen lang rijst en kip.


Dag 175. 19/11/17. Ica - Chalhuanca 485km

Ik ging s’ochtends eerst nog een kijkje nemen bij een piep klein dorpje langs ica, midden in de woestijn: Huacachina. Heel bijzonder was het niet, dus reed ik gelijk weer door. Ik ging ook nog even langs het paleontologisch museum in Occucaje, maar die was helaas dicht. Ondanks dat het volgens het bordje gewoon open moest zijn, maarja ben ondertussen wel gewend aan dat soort dingen. Ik reed door richting Nazca, beroemd door de tekeningen die in de aarde zijn gemaakt. Van beneden zie je het amper, gelukkig stond er een toren om 3 (totaal zijn het er honderden) nazca lijnen te bekijken. Ook vliegen er overal vliegtuigjes rond met toeristen die het helemaal goed willen zien. Daarna verliet ik de kustweg en ging ik de Andes in. Al heel snel begonnen de kronkelende wegen en de haarspeldbochten. Ik ging steeds hoger en hoger en het uitzicht was prachtig. Ook werd het steeds kouder, dus trok ik onder mijn was een trui, een thermoshirt, een lomgsleeve en een T-shirt aan. Ik reed door de pampa’s. Af en toe moest ik vol in de remmen voor een lama of alpaca. De zon verdween en ondanks mijn kleding had ik het enorm koud. Was ik het niet meer gewend? In Alaska en Canada had ik het toch niet zo ontzettend koud gehad. Ik hoopte een dorpje te vinden met een hotel, maar de dorpjes in de bergen waren klein en er stonden alleen maar hutjes. Wel apart om te zien dat de mensen echt in klederdracht lopen. Gebreide truien en mutsen, kousen aan, hoeden op en de vrouwen vlechten in hun haar. Het echte, authentieke Peru. Toen ik de kale vlaktes van de pampa’s uit was, en weer de bergen in reed kreeg ik het gelukkig iets minder koud. Wel werd het donker en kreeg ik nergens een slaapplek gevonden. Op de kaart was een groter stadje, nog 80 kilometer. Het laatste uurtje reed ik door het donker in de bergen, wat toch wel heel speciaal was. Ook wel link, want een koe die op de weg liep zag ik op het laatste moment. Gelukkig reed ik niet hard. Ook schrok ik me kapot toen de weg ineens ophield en veranderden in een zandpad. Gelukkig bleef ik met overeind en bereikte ik helemaal kapot het stadje. Een hotel had ik gelukkig meteen gevonden. Ik sleepte mijn bagage naar boven de kamer op. Toen ik ging inchecken was ik totaal buiten adem door die ene trap mijn spullen op te sjouwen. Dit was natuurlijk de hoogte waarop ik mij bevond. Ik ging het nakijken op mijn iPhone, en jawel ik zat op ongeveer 4000 meter boven zeeniveau. Ik ging nog een hapje eten, rijst en soep voor anderhalve euro en ging daarna terug naar de kamer. Daar wilde ik de trein en entree ticket voor Machu Picchu boeken, maar door het slechte internet duurde dat ruim 2 uur. Het treinticket was gelukt, het entree ticket niet. Ik moest dus hopen dat ik die morgen in Cuzco kan kopen, en dat het niet is uitverkocht. Voor het slapen genoot ik, voor het eerst sinds Mexico van een warme douche.


Dag 176. 20/11/17. Chalhuanca - Ollantaytambo 339km

Ik vertrok richting Cuzco, om daar het kaartje voor Machu Picchu te kopen. Er mogen per dag maar 2500 mensen binnen, en vol is vol. Omdat ik al een duur trein ticket had zou het toch wel een ramp zijn als het uitverkocht zou zijn. Toen ik tijdens het tanken nog iemand er naar vroeg, zei hij dat je meer dan 3 dagen tevoren moet boeken. Ik maakte me er toch een beetje druk om. Onderweg merkte ik ook dat waar eerst een klein beetje olie leek te lekken, het nu meer op benzine leek. Ik kon niks vinden zo gauw. Eerst maar maar Cuzco. De weg er naartoe was schitterend, door de bergen en de dalen. Rond 2 uur zag ik in de verte in het dal Cuzco liggen, ik had niet zo’n enorme stad verwacht! Ik had van internet het adres van de enige officiële ticket office, dus volgende mijn TomTom. Het verkeer in de kleine straatjes was erg chaotisch, en dat de TomTom wederom alle eenrichtings wegen andersom aangaf hielt daarbij niet. Toen ik blijkbaar de verkeerde kant van een eenrichtingsweg inreed, stond er politie voor mijn neus. Tot mijn verbazing wezen ze alleen dat ik de andere kant op moest. Ik draaide meteen om, en ging er vandoor zodat ze niet van gedachten zouden veranderen en een boete zouden geven. Dat viel niet tegen! Tot nu toe heb ik de hele reis veel meer vriendelijke agenten ontmoet, dan vervelende. Toen ik eindelijk na een hoop gedoe bij de bestemming was, zag ik geen office. Ik vroeg wat mensen, maar die wisten van niets. Bij het centrale plein heb je wel kans zei iemand. Dan maar daar weer gaan kijken. Toen ik het daar nog eens vroeg, bleek de office inderdaad in een zijstraatje te zitten. Binnen 5 minuten had ik dan eindelijk mijn ticket, waarvoor je zelfs je paspoort moet laten zien! Ik ging weer op pad, richting Ollantaytambo waar ik een hotel had geboekt voor 2 nachten. Het was nog een uurtje rijden, en ik reed langs besneeuwde bergtoppen. Die avond las ik ook dat het gister in Cuzco zelfs gesneeuwd had! Net buiten Cuzco ging ik ook nog even een hapje eten, want ik bedacht me dat ik door alle drukte alleen gedronken had vandaag. Voor 7 euro kreeg ik een bord eten, en eigelijk was het niet te vreten. Zo eet je voor anderhalve euro lekker, en voor 7 euro is het 3x niks. Rond half 6 was ik dan eindelijk na een lange dag in Ollantaytambo. Toen ik de weg vroeg naar het hotel, wist niemand het te zitten. Gek, want zo groot was het dorpje niet. Uiteindelijk vond ik de straat, en het hotel. De deur was dicht, de lichten uit. Roepen en kloppen hielp niks. Ik ging opzoek naar een ander hotel, en vond gelukkig vrij snel iets anders. Wel weer een gedoe, want nu moet ik weer gaan mailen om te zorgen dat het niet van mijn rekening wordt geschreven. S’avonds liep ik nog naar het treinstation, om het ticket op te halen voor morgen. Anders zou dat morgen een uur te voren moeten, en de trein vertrekt om 6.10.


Dag 177. 21/11/17. Ollantaytambo - Machu Picchu - Ollantaytambo

Om 4.30 gaat de wekker, en rond 5 uur loop ik richting het station. Normaal zie ik het nooit licht worden, Ofja soms thuis in het weekend dan. Om 5.40 moet ik me melden bij het station, dus heb ik nog even tijd voor een ontbijtje. Als ik in de trein stap, verbaas ik me over hoe luxe het is. Ik had het goedkoopste kaartje, maar ik zit in een hele chique coupe, met heerlijke stoelen en ramen in het plafon. Ook krijgen we een koekje en een drankje. Het is ruim anderhalf uur door de bergen naar Aguas Calientes. Ik ging er eigelijk vanuit dat het toen nog maar een klein stukje naar Machu Picchu was. Iedereen stapte na de trein in de bus, 24 dollar voor een retourtje. Ik vroeg hoe lang en hoe ver het lopen was. Ruim een uurtje lopen, en dik 2 kilometer. Ik bespaar dat geld liever en ga wel lopen. Als ik doorloop is het misschien maar drie kwartier. De eerste kilometer was zo voorbij, maar toch bleek dat ik een flinke inschattingsfout had gemaakt. De 2e kilometer was alleen maar berg op, stijle trappen. Totaal 2000 hoge tredes. Toen ik dacht ik zal toch al wel eind zijn, zat ik pas op een kwart. Van een half jaar op de motor zitten wordt je conditie niet veel beter, en de ijle lucht op deze hoogte hielp ook niet mee. Een uur, en 2000 treden later kwam ik helemaal gesloopt aan boven. Mijn shirt kon ik uitwringen van het zweet. In de rij voor de ingang kon ik op adem komen. Eenmaal op het terrein was het nog een stuk omhoog voor het uitzichtpunt. Twee gasten vroegen of het goed met me ging, ze zeiden dat mijn ogen helemaal opgezwollen waren. Nouja het ging in ieder geval al steeds beter, en na 10 minuutjes was ik wel weer de oude. Boven aangekomen bleek het het allemaal waard te zijn geweest. Ondanks de hoge verwachtingen, was ik toch zwaar onder de indruk van het uitzicht. Een mooie plek om rustig bij de komen en foto’s te maken, in het bijzijn van vele andere toeristen en een stel lamas. Wel goed trouwens dat ze ‘maar’ 2 x 2500 mensen per dag toelaten. Overal lopen mensen, maar het is niet vervelend druk. Na een uurtje Machu Picchu van boven te hebben bewonderd, liep ik naar beneden door de stad. Buiten alle ruïnes, waren er ook dingen te zien als een zonnewijzer en een kompas. Na ruim 3 uur rond te hebben gelopen was het tijd om weer te vertrekken. Om 12 uur moet de eerste lichting eruit, om plaats te maken voor de 2e groep. Gelukkig had ik genoeg tijd gehad om alles te zien. Tijdens de klim naar boven had ik al besloten de bus terug te pakken, maar nu ik 3 uur had om bij te komen, besloot ik toch hetzelfde pad naar beneden te lopen. Bij de uitgang kreeg ik nog een Machu Picchu stempel in mijn paspoort als aandenken. De weg naar beneden liep ik samen met een Canadees gezin, die nieuwsgierig waren naar mijn reis. Beneden aangekomen voelde ik me beter dan op de heenweg, maar mijn benen waren wel aardig kapot. Ik liep terug richting de trein. Op de weg terug zat ik naast een Australische man die met zijn gezin op vakantie was. Ook hij was geïnteresseerd in mijn reis, en had zelf ook mooie verhalen over zijn motoravontuur in Nepal. We kregen een broodje en wat te drinken, en er werd een show opgevoerd door het personeel in de trein. Eerst een man, als een soort monster verkleed die de slapende mensen liet schrikken. Daarna hielden ze een modeshow, met Peruaanse kleding die ze ook verkochten. Wel een hele leuke manier om wat te verkopen. Terug in Ollantaytambo aangekomen ging ik terug naar het hotel. Ik viel vrij snel in slaap, en werd rond half 8 wakker. Ik twijfelde nog om door te slapen en eten over te slaan. Ik had alleen heel de dag al zin in pizza, en vond dat ik die wel verdiend had.


Dag 178. 22/11/17. Ollantaytambo - Chicuito 466km

Rond half 8 stond ik op en pakte mijn spullen bij elkaar. Ontbijt zat er bij inbegrepen, dus at ik een broodje jam en coca thee. Jawel, van de coca bladeren waar ze ook cocaïne van maken. Er worden veel producten verkocht met coca. De bladeren om op te klauwen, thee, chocolade en kauwgum. Erg lekker was de thee niet, en kreeg er ook geen energie van ofzo. Tijdens de motor optuigen haalde ik mijn vinger nog open en zat alles onder het bloed. Dat was de eerste keer dat ik mijn EHBO tasje erbij moest pakken deze reis. Ik vroeg de jongen van de receptie om wat water om het bloed van de straat te spoelen, en hij ging bijna van zijn stokje haha. Ik vertrok richting Bolivia, wat het plan is om morgen de grens over te gaan. Onderweg kwam ik erachter dat er onder de tank meer olie is gelekt. Shit, als er maar niet echt iets kapot is want die aansluitingen zijn speciaal van Moto guzzi. Bij een mechanic in een piep klein dorpje liet ik er naar kijken. Hij had het juiste gereedschap om wat dingen aan te draaien, zonder de tank eraf te moeten halen. Voor die 50 cent die hij er voor vroeg kon ik het niet laten. Ik moet het gewoon goed in de gaten blijven houden, en hopen dat hij het nog even volhoudt. Nog 10.000km. Toen ik onderweg bij een tankstation wat te drinken haalde, kwam er een hele enthousiaste jongen maar me toe. Hij wilde alles van me weten, en op de foto op de motor met mijn helm op. De pompbediende kwam ook kijken, en wilde ook graag op de foto. Dat zijn toch wel de hele leuke dingen, die je af en toe onderweg meemaakt. Rond half 6 vond ik eindelijk een accommodatie, aan het Titicacameer. Het hoogstgelegen commercieel bevaren meer ter wereld, op zo’n 4000 meter. Een restaurantje was er niet in de buurt, maar gelukkig kon ik bij het hotel voor 2,5 euro een bord met rijst en groenten krijgen.


Dag. 179. 23/11/17. Chucuito (Peru) - Oruro (Bolivia) 444km

Ik stond rond 7 uur op, en checkte even de olie keerringen van de voorvork. Die lekken namelijk al een tijdje, maar de laatste dagen best wel veel. Uiteraard zijn het weer specifieke guzzi maten, en mocht het op mijn remschijf of banden lekken heb ik toch echt een probleem. Gelukkig is het nog niet zover, maar het moet niet erger worden. Rond 8 uur was ik klaar om te vertrekken, het was nog 150 kilometer tot de grens. Bij de grens aangekomen bleek ik eerst verkeerd te zitten, het was alleen een grensovergang voor vrachtverkeer. Door een chaotisch stadje, over zandweggetjes en wegen die half open lagen kwam ik bij de grens uit. Midden in het stadje. De rij bij de immigratie van Peru was gelukkig vrij klein, en ook het uitklaren van de motor was zo gedaan. Toen de grens over naar Bolivia. Ook daar duurde de rij voor immigration een kwartiertje. Voor het permit voor de motor moest ik even kopieën maken, maar ook dat was binnen een kwartier gedaan. Al met al dus niet meer dan een uur bij de grens, dat viel niet tegen! Helaas werkt mijn TomTom niet in Bolivia, dus was het even zoeken naar de juiste weg. Ik had het zo uitgerekend dat ik meteen in Bolivia moest tanken, want dat is spotgoedkoop. Vrij snel kwam ik bij een tankstation aan. Hij wilde me niet helpen omdat ik geen Boliviaans kenteken had. De discussie liep op niks uit dus ik ging boos weg. Wat een onzin zeg, moet je voorstellen dat je dat in Nederland tegen een Belg zegt. Onderweg vroeg ik wat mensen naar een tankstation, maar het klopte allemaal van geen kante wat ze zeiden. Na 45 kilometer kwam ik eindelijk weer een tankstation tegen. Net op tijd, want de tank was echt leeg. Doodleuk zeiden ze weer, helaas alleen voor Bolivianen. Hoe moet iemand dan in vredesnaam door Bolivia reizen? Doordat het zo goedkoop is gaan natuurlijk veel mensen de grens over om te tanken. Rond de grens is het dus blijkbaar zo moeilijk, in de rest van het land betaal je als niet Boliviaan de toeristen prijs(3x zoveel). Maar hier wilde ze me dus weer geen benzine geven, wat moest ik nu? Ik kon ook niet verder rijden. Ik probeerde ze uit te leggen dat ik geen kant op kon, maar dat begrepen ze niet of wilde ze niet begrijpen. Toen ging ik uit woede (ik weet ook niet hoe ik er bij kwam) mijn tent opzetten. Als ik toch niet verder kan, blijf ik wel midden op het tankstation slapen. Gelukkig is mijn tent binnen een minuut opgezet. Ze keken me raar aan. Als je me weg wilt hebben, moet je me benzine geven zei ik. Het werkte, eindelijk tankte ze de guzzi vol. Voor de Boliviaanse prijs nog wel. Ik kon eindelijk weer door. In de verte staken hoge bergtoppen boven het landschap uit, gehuld in een flinke laag sneeuw. Na een klein uurtje kwam ik door La Paz, niet echt een fijne stad om doorheen te rijden. Zeker niet zonder navigatie. Uiteindelijk kwam ik op de goeie weg te recht, richting Uyuni. Daar liggen de grootste zoutvlaktes ter wereld, het plan is om daar morgen heen te gaan. De weg richting het zuiden was vrij goed en je hoefde niet steeds helemaal af te remmen in ieder dorpje, dus ik kon de laatste uurtjes nog flink kilometers maken. Rond 6 uur kwam ik aan in Oruro, een flinke stad. De eerste 15 minuten door de stad, was nergens een hotel te vinden. Gelukkig vond ik er dan toch eentje. De eerste avond uiteten in Bolivia beviel goed. Voor 3 euro had ik een salade, frietjes en 3 chorizo’s.


Dag 180. 24/11/17. Oruro - Salar de Uyuni 315km

Ik vertrok s’ochtends vroeg weer, om richting Uyuni te gaan. Ik ging eerst nog langs een zaak die oil seals verkocht. Helaas bleken ze niet de maat te hebben voor mijn voorvork. Ik vertelde ze over de struggles met het tanken, en ze boden aan een jerrycan van 10 liter voor me te vullen voor de Boliviaanse prijs. Dat bespaarde me zo toch bijna 10 euro! Ik bedankte ze en ging weer op pad. De route was erg mooi, door de woestijn en de bergen. De wegen hebben me positief verrast dus ik kon bijna continue 100 rijden. Rond 2 uur kwam ik aan in Uyuni. Ik ging pinnen en haalde wat boodschappen voor vanavond. Echt veel keuze hadden ze niet, dus ik kocht een blik olijfjes en een grote cake. Ook zorgde ik natuurlijk voor genoeg water, en tankte ik de guzzi weer vol. Dit keer zonder jerrycan, maar kon ik zonder bon onderhandelen over de prijs. 5 Boliviano ipv 8 per liter. Ik was klaar om te gaan, en reed via het dorpje Salar de zoutvlaktes op. Bij een restaurantje bestelde ik nog 2 sandwiches met ei. Ik kreeg 2 broodjes met gebakken ei, uitjes en frietjes op het broodje! Smaakte nog best goed eigelijk. Na een zandweg reed ik het zout op. Het was vrij bruin, en zag er eigelijk niet uit. Het zou toch wel beter worden? Ik kwam langs een groot beeld van de Dakar rally, geheel van zout gemaakt. Ik sprak nog even met een paar jongens die een motor tour maakte over Uyuni. Hun dag zat er bijna op, terwijl het voor mij nog moest beginnen. Ik reed zo’n 30 kilometer een willekeurige kant op, het zout werd witter en witter. Na een tijdje was alles uit het oog verloren, alleen nog heel in de verte de bergen. Rond half 5 vond ik ene mooi plekje om mijn tent op te zetten. De bandensporen van de jeeps waren ver genoeg weg. Ik maakte een hoop foto’s, waaronder de geijkte Uyuni foto’s waarmee je met het diepte effect speelt. Langzaam ging de zon onder op de zoutvlakte, en de setting werkt iedere minuut een stukje mooier. Tot het echt donker werd, en het ook gelijk heel erg afkoelde. Ik trok mijn warmste kleding aan. Mijn thermo ondergoed, een shirt, een trui en een vest. Ik kroop in mijn slaapzak, en kwam er alleen nog uit toen het helemaal pikkedonker was. De sterrenhemel op Uyuni is heel erg mooi, dus maakte ik wat foto’s van de lucht. Daarna kroop ik terug mijn slaapzak in om me zo veel mogelijk warm te houden.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Bas

Van New York, via het noordelijkste punt van Alaska met als gedroomde eindbestemming Ushuaia. De zuidelijkste stad van de wereld. Op mijn Moto Guzzi California uit 1992.

Actief sinds 24 Nov. 2017
Verslag gelezen: 788
Totaal aantal bezoekers 10062

Voorgaande reizen:

30 Juni 2017 - 23 December 2017

The Longest Road

Landen bezocht: